Geul-Linie

Terug naar Archeologie
Vertragingslinies samenhangend met de Peel-Raamstelling Bron: E.H. Brongers, Oorlog in Zuid-Limburg, Soesterberg 2005, 176 Het Nederlandse defensiebeleid ging lang uit van de neutraliteit van ons land. Daarbij bleef de Hollandse waterlinie het centrale element. Generaal Winkelman, de bevelhebber van het Nederlandse leger in de jaren dertig van de vorige eeuw, kwam tot een ingrijpende verandering van de defensiepolitiek waarbij de neutraliteitspolitiek weliswaar formeel niet werd losgelaten, maar wel nadrukkelijk rekening werd gehouden met een ernstige bedreiging vanuit Hitler-Duitsland. In 1939 werd in ijltempo de Peel-Raamlinie ontwikkeld die de oostflank van de Hollandse waterlinie moest aanvullen. Bovendien zou deze linie worden doorgezet tot in België om omtrekkende bewegingen van een Duits leger via België te blokkeren. Met België kon echter op korte termijn geen overeenstemming worden bereikt over die doorzetting . Om toch snel tot de sterkere blokkade van een eventuele inval door Duitse troepen te komen werd het concept van de Peel-Raamstelling uitgebreid met vertragingslinies langs de zuidoostflank ervan. Die linies zouden invallende troepen enige tijd moeten ophouden om in de tussentijd bruggen over de Maas onklaar te maken opdat de Maas als verdedigingslinie kon worden ingezet. Bij het ontbreken van voldoende defensiegelden werd De Peel-Raamstelling gebouwd met financiën voor het werkgelegenheidsbeleid dat in de crisisjaren was ontwikkeld.
Een belangrijke vertragingslinie was gedacht langs de Geul, het hooggelegen deel van de spoorlijn Maastricht Heerlen en de Geleenbeek (zie kaartje) Deze linie werd uitgevoerd met kazematten van het zelfde type als in de Peel-Raamstelling, het zogenaamde stekelvarkentype vanwege de uit de zijkanten uitstekende bewapening. De kazematten waren onderling met loopgraven verbonden. Plaatselijk was de linie versterkt met
mijnenvelden.
De Geleenbeek was kort ervoor genormaliseerd, vanwege de overlast die het vuile water van de kolenwasserijen dat op het bekenstelsel werd geloosd. De normalisering ging gepaard met de bouw van stuwen en bruggen die in het verdedigingsconcept waren opgenomen. zo zijn in de stuwen voorzieningen voor het opblazen van de kunstwerken opgenomen. Ook die normalisatie was grotendeels bekostigd met werkgelegenheidsgeld.
Bij de opmars van de Duitse troepen in 1940 worden diverse van de pas gebouwde kunstwerken vernield. De kosten van het herstel bedroegen toen 200.000 gulden.

Overgebleven kazemat aan de rand van Geleen nabij de Biesenhof